• pu·le
vervoeging
onbepaalde wijs pule
tegenwoordige tijd puler
verleden tijd pulte
voltooid
deelwoord
pult
onvoltooid
deelwoord
pulende
lijdende vorm pules
gebiedende wijs pul
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

pule

  1. (informeel) naaien, neuken



  • pu·le
vervoeging
onbepaalde wijs pule
pula
tegenwoordige tijd puler
verleden tijd pulte
voltooid
deelwoord
pult
onvoltooid
deelwoord
pulande
lijdende vorm pulast
(bijvorm): pulas
gebiedende wijs pul
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

pule

  1. (informeel) naaien, neuken



vervoeging van
pulir

pule

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van pulir
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van pulir