puddelaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pud·de·laar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van puddelen met het achtervoegsel -aar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | puddelaar | puddelaars |
verkleinwoord | puddelaartje | puddelaartjes |
Zelfstandig naamwoord
de puddelaar m
- een arbeider bij een puddeloven, met name een ijzerbewerker, die het vloeibare erts moet omroeren
- Hoe lang is hij al een puddelaar?
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'puddelaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.