Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Provo

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pro·vo
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘opstandige jongere’ voor het eerst aangetroffen in 1965 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord provo provo's
verkleinwoord provootje provootjes

Zelfstandig naamwoord

de provom

  1. (politiek) (filosofie) beweging die midden jaren zestig van de twintigste eeuw in Nederland ontstond
  2. provocerende, tegen het gezag in opstand komende jongere die zich met deze beweging identificeerde
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

87 % van de Nederlanders;
61 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen