Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: projectleider

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pro·ject·lij·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord projectlijder projectlijders
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de projectlijderm

  1. (schertsend) (informeel) projectleider iemand die lijdt onder het project
    • er waren bij dat project vele projectlijders maar de projectleider liet zich zelden zien 

Gangbaarheid