• proeft voor
vervoeging van
voorproeven

proeft (…) voor

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorproeven
    • Jij proeft voor. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorproeven
    • Hij proeft voor. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorproeven
    • Proeft voor!