proef voor
- Geluid: proef voor (hulp, bestand)
- IPA: / ˈpruf ˈvor / (2 lettergrepen)
- proef voor
vervoeging van |
---|
voorproeven |
proef (…) voor
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorproeven
- Ik proef voor.
- gebiedende wijs van voorproeven
- Proef voor!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorproeven
- Proef je voor?
- Het woord proef voor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.