producet
- pro·ducet
- produce met de uitgang -t volgens spellingregel 12.D
vervoeging van |
---|
producen |
producet
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van producen
- Jij producet.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van producen
- Hij producet.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van producen
- Producet!
- Het woord producet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.