prijsuitdeling
- prijs·uit·de·ling
- samenstelling van prijs zn en uitdeling zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | prijsuitdeling | prijsuitdelingen |
verkleinwoord |
- het geven van prijzen op het einde van het schooljaar
- ▸ Drie jongens waren van de oude garde' zoals de meester ze altijd noemde; zaten al voor de tweede keer in de hoogste klas. Hadden verleden keer al hun laatste prijs gekregen, en wisten nog van de prijsuitdeling daarvoor.[2]
- het geven van prijzen in het algemeen
- Het woord prijsuitdeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.