prijsplafond
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- prijs·pla·fond
Woordherkomst en -opbouw
- neologisme uit het jaar 1935
- samenstelling van prijs zn en plafond zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | prijsplafond | prijsplafonds |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het prijsplafond o
- de hoogste prijs die men voor iets moet betalen
- ▸ Vanaf 1 januari geldt een 'prijsplafond' voor gas en elektriciteit. Op die manier wil het kabinet verlichting voor de energierekening brengen nu de inflatie hoog is en steeds meer mensen in de problemen dreigen te komen.[1]
- ▸ Om de stijgende energierekeningen te bestrijden mikt het kabinet op een prijsplafond voor energie dat mogelijk op 1 november moet ingaan. Volgens Haagse bronnen is dat plan vanmiddag besproken op een overleg tussen enkele kabinetsleden en de fractieleiders van de coalitiepartijen.[2]
Gangbaarheid
- Het woord prijsplafond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Schatting kabinet: prijsplafond energie levert gemiddeld huishouden 2280 euro per jaar op” (20/9/2022), NOS
- ↑ Weblink bron “Kabinet mikt op prijsplafond voor energie in november” (Zondag 18/9/2022), NOS