• prijs af
vervoeging van
afprijzen

prijs af

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afprijzen
    • Ik prijs af. 
  2. gebiedende wijs van afprijzen
    • Prijs af! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afprijzen
    • Prijs je af?