portuur
- por·tuur
- uit het Frans [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | portuur | porturen |
verkleinwoord |
de portuur v
- partij die ergens tegen opgewassen is, die ergens geschikt voor is
- ▸ Ik kreeg veel brieven van mensen die met hem gewerkt hebben, vol mooie herinneringen – aanvankelijk hadden wij in Amsterdam de enige geluidsstudio met een beetje portuur.[2]
- Het woord portuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "portuur" herkend door:
28 % | van de Nederlanders; |
34 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ portuur op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Trotse ouders” (10 november 2007,), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be