• por·fie·ren
stellend
onverbogen porfieren
verbogen

porfieren [1]

  1. (mineraal) gemaakt van vulkanisch purpersteen dat geschikt is voor het maken van beeldhouwwerken
     Hij werd poëtisch geëerd door Willie Verhegghe:
    Benen breken in een helse kramp,
    hoofd en adem haperen bij zoveel vertoon
    van hoog en steil en bijna niet te temmen.
    De Muur slaat zijn porfieren klauwen uit,
    maait als een oorlog jonge mannen weg.
    [2]
19 % van de Nederlanders;
37 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Een fraai staaltje van nepnostalgie op de Muur” (19 september 2011), de Volkskrant
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be