Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pomp·te af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afpompen

pompte (...) af

  1. enkelvoud verleden tijd van afpompen
    • Ik pompte af. 
    • Jij pompte af. 
    • Hij, zij, het pompte af. 

Gangbaarheid