polkadot
  • pol·ka·dot
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord polkadot polkadots
verkleinwoord polkadotje polkadotjes

de polkadotv / m

  1. (textielindustrie) een patroon bestaand uit een veld gevuld met bolletjes, meestal van gelijke grootte en met een gelijke afstandsverhouding
     De Amerikaanse heeft een lijst met redenen gemaakt waarom dikke meisjes bikini's moeten dragen. Poserend in een polkadot bikini vertelt ze: ,,De reacties die ik krijg variëren van 'bikini's staan grotere meisjes niet' tot 'het tonen van zoveel huid maakt andere mensen ongemakkelijk'.[1]
     Bouwman heeft de 'polkadot' sinds donderdag definitief om zijn schouders en hoopt de bergtrui nu ook over de finish te brengen.[2]
  1.   Weblink bron
    Simone van Zwienen
    “Loey (22): Niets mis met dikke meisjes in bikini” (30 jun. 2015), Tubantia
  2.   Weblink bron “Bouwman heeft bollentrui in Dauphiné bijna binnen” (10-06-2017), Tubantia