Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·ë·tiek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord poëtiek
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de poëtiekv

  1. leerboek over de dichtkunst
  2. theorie van de dichtkunst

Gangbaarheid

49 % van de Nederlanders;
50 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen