• ploeg·ver·band
enkelvoud meervoud
naamwoord ploegverband
verkleinwoord

het ploegverbando [1]

  1. deel uitmakend van een team
     Het publiek vindt er niets mysterieus aan, want het weet dat de sprint een individuele sport is die in ploegverband wordt gereden.[2]
     Verslaggever Lippens ziet individueel aardige kerels, maar dat verandert zodra ze in ploegverband opereren.[3]
     Op de tweede dag, zaterdag, begint het hoofdtoernooi. In tegenstelling tot wat gebruikelijk is bij een WK zijn er op een EK geen titels op een afstand te verdienen. Er zijn vier titels te verdelen in Sotsji, te weten twee individuele Europese titels (mannen/vrouwen) en twee Europese titels op de relay (m/v in ploegverband).[4]



  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Paul Fournel
    “Thuis in het peleton” (2023), Oevers, ISBN 9789493290396
  3. Maarten Kolsloot
    “De Raboploeg” (2021), Inside, ISBN 9789048855094
  4.   Weblink bron “EK shorttrack: het hoe, wat en waarom” (Vrijdag 22 januari 2016, 15:27), NOS