pleur
- pleur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pleur | - |
verkleinwoord | - | - |
pleur
- (informeel) koffie
- een bakkie pleur gaat er altijd in (en een pikketanussie ook
vervoeging van |
---|
pleuren |
pleur
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pleuren
- Ik pleur.
- gebiedende wijs van pleuren
- Pleur!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pleuren
- Pleur je?
- Het woord pleur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.