Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plempt aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanplempen

plempt (...) aan

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanplempen
    • Jij plempt aan. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanplempen
    • Hij plempt aan. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanplempen
    • Plempt aan! 

Gangbaarheid