Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plempt

Werkwoord

vervoeging van
plempen

plempt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plempen
    • Jij plempt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plempen
    • Hij plempt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van plempen
    • Plempt!