plakt wild
- Geluid: plakt wild (hulp, bestand)
- IPA: / ˈplɑkt ˈwɪlt / (2 lettergrepen)
- plakt wild
- uit plakt (werkwoord) en wild (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
wildplakken |
plakt (…) wild
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wildplakken
- Jij plakt wild.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wildplakken
- Hij plakt wild.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van wildplakken
- Plakt wild!
- Het woord 'plakt wild' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.