Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plakt wild
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
wildplakken

plakt (…) wild

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wildplakken
    • Jij plakt wild. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wildplakken
    • Hij plakt wild. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van wildplakken
    • Plakt wild! 

Gangbaarheid