plak vast
- plak vast
vervoeging van |
---|
vastplakken |
plak (...) vast
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastplakken
- Ik plak vast.
- gebiedende wijs van vastplakken
- Plak vast!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastplakken
- Plak je vast?
- Het woord plak vast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.