Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pis·to·nist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pistonist -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

pistonist

  1. iemand die op een koperen blaasinstrument met ventielen blaast

Gangbaarheid