|

pilipili
  • pi·li·pi·li
enkelvoud meervoud
naamwoord pilipili pilipilis
verkleinwoord pilipilitje pilipilitjes

de pilipilim

  1. (specerij) gemalen Chileense peper, mogelijks in een vloeistof opgelost
    • Ik heb graag pilipili en ketchup op mijn spaghetti. 
12 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be