piëta
  • pi·ë·ta
  • uit het Italiaans
enkelvoud meervoud
naamwoord piëta piëta's
verkleinwoord

de piëtav / m

  1. beeld of beeltenis van een dode Christus met een rouwende Maria
     Een piëta is een beeld of beeltenis van een dode Christus met een rouwende Maria.[1]
     De pronkstukken, het beeld Christus op de Koude Steen, de piëta (Maria met Jezus in haar armen) en het sacramentshuisje, worden dan weer op de vertrouwde plek teruggezet.[2]
56 % van de Nederlanders;
62 % van de Vlamingen.[3]
  1.   Weblink bron “'Piëta' van getatoeëerde mannen in Grote Kerk Breda” (26-06-2013,), Tubantia
  2.   Weblink bron “Needse kerk kijkt uit naar terugkeer beelden” (16-01-2016), Tubantia
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be