Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • peu·ze·laar
Woordherkomst en -opbouw

Naamwoord van handeling van peuzelen met het achtervoegsel -aar

enkelvoud meervoud
naamwoord peuzelaar peuzelaars
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de peuzelaarm

  1. iemand die met smaak en met kleine hapjes eet
    •  

Gangbaarheid

77 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be