Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • peu·ter·den open
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
openpeuteren

peuterden (...) open

  1. meervoud verleden tijd van openpeuteren
    • Wij peuterden open. 
    • Jullie peuterden open. 
    • Zij peuterden open. 

Gangbaarheid