perste af
- pers·te af
vervoeging van |
---|
afpersen |
perste af
- enkelvoud verleden tijd van afpersen
- Ik perste af.
- Jij perste af.
- Hij, zij, het perste af.
- Ik perste af.
- Het woord perste af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.