Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pers uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitpersen

pers uit

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpersen
    • Ik pers uit. 
  2. gebiedende wijs van uitpersen
    • Pers uit! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpersen
    • Pers je uit? 


Gangbaarheid