Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • per·cen·tiel·sco·re
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord percentielscore percentielscores
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de percentielscorem

  1. relatieve score (van een leerling) bij een toets (binnen een groep van scholen)

Gangbaarheid