pensioeninkomen
- pen·si·oen·in·ko·men
- samenstelling van pensioen zn en inkomen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pensioeninkomen | pensioeninkomens |
verkleinwoord |
het pensioeninkomen o
- het geld dat men ontvangt van een pensioenfonds zijn zijn pensioengerechtigde leeftijd
- ▸ Er zijn uitzonderingen, maar de gezonde babyboomer heeft over het algemeen een redelijk goed pensioeninkomen. Huisman: "De senior aanspreken is lastig: vaak worden ze aangesproken op hun beperking(en), terwijl de senior van nu fitter dan is dan ooit. Hij loopt bij wijze van spreken nog marathons, maakt verre reizen, past op de kleinkinderen en heeft een druk en sociaal leven. Vaak nog drukker dan toen hij werkte."[1]
- ▸ Bijna vier op de tien gepensioneerden hebben niet genoeg aan het pensioeninkomen. Van hen zegt 30 procent geen idee te hebben waar nog op kan worden bezuinigd. Dat komt naar voren uit een enquête van ouderenorganisatie ANBO onder 9000 mensen.[2]
- Het woord pensioeninkomen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “70 procent bedrijven speelt niet in op vergrijzing” (Donderdag 17 november 2016, 10:21), NOS
- ↑ Weblink bron “Enquête: veel gepensioneerden kunnen niet rondkomen” (Maandag 18 april 2016, 07:06), NOS