• past aan
vervoeging van
aanpassen

past aan

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanpassen
    • Jij past aan. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanpassen
    • Hij past aan. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanpassen
    • Past aan!