passi
Niet te verwarren met: pässi |
Catalaans
Werkwoord
passi
- eerste persoon enkelvoud subjunctief presens van passar
- derde persoon enkelvoud subjunctief presens van passar
- derde persoon enkelvoud imperatief presens van passar
Fins
Zelfstandig naamwoord
passi
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Zweedse pass
Afgeleide begrippen
Zelfstandig naamwoord
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Zweedse pass
Afgeleide begrippen
Zelfstandig naamwoord
Afgeleide begrippen
Zelfstandig naamwoord
- (paardrijden) pace (telgang, laterale gang van een paard)
Synoniemen
Italiaans
Werkwoord
passi
- tweede persoon enkelvoud indicatief presens van passare
- eerste persoon enkelvoud subjunctief presens van passare
- tweede persoon enkelvoud subjunctief presens van passare
- derde persoon enkelvoud subjunctief presens van passare
- derde persoon enkelvoud imperatief presens van passare
Zelfstandig naamwoord
- meervoud van het zelfstandig naamwoord passo
Latijn
Werkwoord
passi