passés
- pas·sés
- passé met de uitgang -s
passés
- partitief van de stellende trap van passé
- Het woord passés staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- passé met uitgang -s
passés mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord passé
passés
- mannelijk meervoud voltooid deelwoord (participe passé) van passer