• pa·ru·re
enkelvoud meervoud
naamwoord parure paruren
parures
verkleinwoord - -

de parurev / m

  1. een set van sieraden die zijn gemaakt om bij elkaar te worden gedragen, meestal bestaande uit een halsketting, broche, oorbellen en een of twee armbanden
14 % van de Nederlanders;
39 % van de Vlamingen.[3]