• pak·weg
  • Afgeleid van pak met het achtervoegsel -weg

pakweg

  1. ongeveer, grof geschat
    • Hij verwacht dat er pakweg drie weken nodig zijn voor de onderhandelingen. 
  2. zeg, neem bijvoorbeeld
    • Stockholm is lang niet zo duur als pakweg Londen. 
97 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be