pacificatie
- Geluid: pacificatie (hulp, bestand)
- pa·ci·fi·ca·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vredesluiting’ voor het eerst aangetroffen in 1516 [1]
- Naamwoord van handeling van pacificeren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pacificatie | pacificaties pacificatiën |
verkleinwoord | - | - |
- het sluiten van vrede, vredesluiting
- Het woord pacificatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pacificatie" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "pacificatie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ pacificatie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be