paalt aan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- paalt aan
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanpalen |
paalt (...) aan
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanpalen
- Jij paalt aan.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanpalen
- Hij paalt aan.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanpalen
- Paalt aan!
Gangbaarheid
- Het woord paalt aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.