Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • paalt

Werkwoord

vervoeging van
palen

paalt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van palen
    • Jij paalt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van palen
    • Hij paalt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van palen
    • Paalt!