• [1] Ontleend aan Italiaans pedale orgelpedaal (uit Laat-Latijn pedale o “schoen”, pedalis “met voeten, met betrekking tot de voeten”), aangetroffen vanaf de 16e eeuw. [1]
  • [2] eufemistische alliteratie van pédé “homo, flikker”.

pédale v

  1. (techniek) (muziek) (wielrennen) pedaal (van een piano, orgel, fiets, enz.)
  2. (spreektaal) poot, nicht, flikker
    «Il est de la pédale, tu savais pas?»
    Hij is van de verkeerde kant, wist je dat niet? [2]