pédale
- [1] Ontleend aan Italiaans pedale “orgelpedaal” (uit Laat-Latijn pedale o “schoen”, pedalis “met voeten, met betrekking tot de voeten”), aangetroffen vanaf de 16e eeuw. [1]
- [2] eufemistische alliteratie van pédé “homo, flikker”.
pédale v
- (techniek) (muziek) (wielrennen) pedaal (van een piano, orgel, fiets, enz.)
- (spreektaal) poot, nicht, flikker
- «Il est de la pédale, tu savais pas?»
- Hij is van de verkeerde kant, wist je dat niet? [2]
- «Il est de la pédale, tu savais pas?»
- ↑ Weblink bron pédale in: Dictionnaire de l’Académie française, 9e édition op dictionnaire-academie.fr
- ↑ Wouw, Berry van de, Woordenboek populair Frans - Nederlands. Woordenboek van het Frans dat u op school nooit leerde, 2e druk, Breda: Uitgeverij Arti-Choc, 2014; p. 149