oververhitten
- over·ver·hit·ten
- samenstelling van over en verhitten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
oververhitten |
oververhitte |
oververhit |
zwak -t | volledig |
oververhitten
- overgankelijk boven het gewone verhitten
vervoeging van |
---|
oververhitten |
oververhitten
- meervoud verleden tijd van oververhitten
- Wij oververhitten.
- Jullie oververhitten.
- Zij oververhitten.
- Wij oververhitten.
- Het woord oververhitten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oververhitten" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be