Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·ste·gen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
overstijgen

overstegen

  1. meervoud verleden tijd van overstijgen
    • Wij overstegen. 
    • Jullie overstegen. 
    • Zij overstegen. 
  2. voltooid deelwoord van overstijgen

Meer informatie