• over·klas·sen

overklassen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
overklassen
overklaste
overklast
zwak -t volledig
  1. heel veel beter zijn dan iets of iemand anders
    • ‘Ik dacht dat ze veel verder zouden staan dan wij in Vlaanderen. Maar eigenlijk is dat helemaal niet zo’, zegt Jelle Jacobs van Hoplr, dat een lokaal sociaal netwerk ontwikkelt. Jorik Rombouts van het internet of things-bedrijf Rombit knikt. ‘Negentig procent van de start-ups hier doet aan ­cybersecurity en defensie’, zegt hij. Makkelijk zat om dat ecosysteem in zo’n gemilitariseerd land te doen bloeien, denkt hij. En de start-ups die andere dingen doen, overklassen hun Belgische tegenhangers volgens hem niet. ‘Nee, hier moet je eigenlijk niet naartoe komen’, besluit hij. ‘Tenzij om te zien dat wij eigenlijk beter zijn.’ [1] 
    • De Servische tennisser Novak Djokovic gaat in het nieuwe jaar gewoon door met winnen. De nummer één van de wereldranglijst pakte zaterdag direct zijn eerste ATP-titel van 2016 door Rafael Nadal te overklassen in de finale in Doha: 6-1 6-2. Djokovic schreef het hardcourttoernooi in Qatar voor het eerst op zijn naam, Nadal was in 2014 de beste in Doha. [2] 
75 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[3]
  1. DONDERDAG 14 SEPTEMBER 2017
  2. Tubantia 12-01-2017
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be