• over·gø·de
  • Afleiding van het Noorse werkwoord gøde met het voorvoegsel over-
Naar frequentie zeldzaam
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
overgøde
overgøder
overgødede
overgødet
volledig

overgøde

  1. (landbouw) overdadig bemesten, overmatig bemesten