• over·daan
  • vervoeging van overdoen: voltooid deelwoord gevormd door een klankverandering oe - aa (/u/ - /a/), zonder voorvoegsel ge- dat wegvalt bij werkwoorden samengesteld met over (bijwoord) als dat niet beklemtoond wordt: 'overdóén' (niet te verwarren met 'óverdoen')
vervoeging van: overdoen…
verbogen vorm: overdaane

overdaan

  1. voltooid deelwoord van overdoen
    • Als de zon vlak boven hem stond werd het zoute nat uit hem gezogen en als zijn gezicht overdaan was van haar geweld en zijn ogen niets meer zagen dan een eindeloze gloeiende ruimte waarin rode kringetjes sidderden, keerde hij zich op de buik. [1]