overboden
- over·bo·den
- vervoeging van overbieden: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling ie-oo (IPAː /iː/ - /oː/)
vervoeging van |
---|
overbieden |
overboden
- meervoud verleden tijd van overbieden
- Wij overboden.
- Jullie overboden.
- Zij overboden.
- Wij overboden.
- voltooid deelwoord van overbieden
- [1] boden over
- [2] overgeboden
vervoeging van |
---|
overbieden |
overboden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van overbieden
- ...dat wij overboden.
- ...dat jullie overboden.
- ...dat zij overboden.
- ...dat wij overboden.
- Het woord overboden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.