oudvolwassene
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- oud·vol·was·se·ne
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van oud en volwassene
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oudvolwassene | oudvolwassenen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de oudvolwassene m
- mensen van gevorderde leeftijd, waaronder zij die grootouder zijn