Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • othe·ring
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord othering
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de otheringv / m, het otheringo

  1. jezelf beschrijven door je te distantiëren van anderen die negatief worden weggezet

Gangbaarheid

Meer informatie