An osprey.
Een visarend.
  • [A] Afkomstig van het middeleeuwse Latijnse avis praedae (grijpvogel, roofvogel, stootvogel).
  • [B] Afkomstig van het Oudfraanse woord ospres.
enkelvoud meervoud
osprey ospreys

[A] osprey

  1. (havikachtigen) visarend

[B] osprey

  1. (kleding) hoedeveer (toebehoren)