[[afbeelding:|thumb|]]

  • ori·flam·me
  • uit het Frans [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord oriflamme oriflammen
verkleinwoord

de oriflammem [2]

  1. de standaard van de Frans koningen; banier van St. Denis
     De Franse Kroonvaan (Oriflamme) werd aan stukken gescheurd, gelijk het de Cronyke van Vlaenderen, aan dewelke wij dit verhaal ontlenen, met de volgende woorden getuigt: Hier wierdt de fransche Oriflamme, op dewelke sy soo seer gewoon waeren te roemen, gescheurt en den standaert-draeger Cherosius gedood.[3]
     Aan dat kraaienest hangen vier wapenschilden beschilderd als de oriflamme.[4]
  2. een bordspel
  1. oriflamme op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. “De leeuw van Vlaanderen” (1838), Davidsfonds/Clauwaert, ISBN 9063063334
  4. Joanot Martorell en Martí Joan de Galba
    “Tirant lo Blanc” (1987), Schocken, ISBN 0805238999