• opp·drag
  • Afkomstig van heute Duitse zelfstandige naamwoord Auftrag
  • Afleiding van het Noorse woord drag met het voorvoegsel opp-.
Naar frequentie 1627
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   oppdrag     oppdraget     oppdrag     oppdraga
oppdragene  
genitief   oppdrags     oppdragets     oppdrags     oppdragas
oppdragenes  

oppdrag o

  1. opdracht
    «Jernbaneverket har fått i oppdrag å utrede muligheten for en lyntoglinje både til København og til Stockholm.»
    De beheermaatschappij van de Noorse spoorwegen heeft de opdracht gekregen om de mogelijkheid van een spoorlijn voor een hogesnelheidstrein naar zowel Kopenhagen als Stockholm te onderzoeken.


  • opp·drag
  • Afkomstig van heute Duitse zelfstandige naamwoord Auftrag
  • Afleiding van het Nynorske woord drag met het voorvoegsel opp-.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   oppdrag     oppdraget     oppdrag     oppdraga  

oppdrag o

  1. opdracht